Donderdags, vertrekken we om ’n uur of half twaalf van de steiger. De brug bij Uitwellingerga draait vlot. En dat slaat dan op de bediening, want door schade aan de tandwielen gaat het openen (en sluiten) tergend langzaam. Achter de brug gaan de lappen omhoog en zo zeilen we tot vlak voor Heeg. In de Jeltesloot wordt het echter zó hoog aan de wind, dat het zelfs voor ons niet meer bezeild is. Dus helpt de motor nog even het laatste stukje tot aan het meer. Geeft ook mooi even de gelegenheid er een rifje in te trekken, wat een stuk rustiger vaart. Het waait intussen een volle 5 en vanaf de Morra moeten we waarschijnlijk motoren. Dus besluiten we bij het konijneneiland maar richting Workum te gaan. Dat stukje motoren is net zo lang als het stuk voor Stavoren straks. In Workum is het warm, zo in de luwte. We zijn vlot door stad en sluis en vinden ’n mooi beschut plekje in de kom. Dan loop ik Marchien naar het station en ga op de terugweg gelijk even langs de Poiesz. De puzzel uit de Trouw met ’n rood wijntje en daarna is het tijd voor biefstuk, gebakken aardappeltjes en sperzieboontjes. Na de koffie nog even ’n ommetje. Het brengt me op scheepswerf ‘de Hoop’. Het ruikt er heerlijk naar eikenhout en lijnolie. En er is zelfs een leerling van onze school aan het werk. Beter dan zo’n boerenschool, vinden we beiden
: )