We zijn nog geen drie weken onderweg en hebben al zoveel beleefd. Verhalen worden in het moment gemaakt en zijn nauwelijks bij te houden in het logboek. Bij deze een poging, vorige week:
Maandag 13 juni – Marstal
Terwijl Neel & Noor nog in bed liggen heeft mama er al drie keer de wandeling naar de zeilmaker op zitten. Deze was echt niet om 7u open. We ontbijten met vers brood en aardbeien. De wins is aardig aangetrokken en voorlopig hebben we geen fok, dus mooi moment om eindelijk ons ‘rif-klusje’ te regelen. Gert was al wat teleurgesteld dat we dit nog niet gedaan hadden. Telkens als er weer een bui aankomt zetten we snel de grote tent erop om deze dan enkele minuten later vanwege volle zon weer op te bergen. Zo blijft het de hele dag wisselvallig. Gert komt met tools per motorbootje, maar voor de volgende fase van de klus verhalen wij tot naast de Professor. Boren, bijslijpen, koffiebes op het dek v/d Prof, inscharen. De wind is te krachtig en dwars op onze huidige positie om direct te testen, maar de opzet is geslaagd. In theorie kunnen we nu al zeilend reven vanuit de kuip. We vieren het met een biertje wederom op de Professor terwijl plots het ene na het andere Hollandse charterschip binnenloopt. Gert is er druk mee en schiet veel plaatjes. Mama & Noor doen boodschappen voor een Deens maal. Het duurt even voordat we ‘m aan hebben in de de wind, maar dan genieten we samen met Gert en Marileen van een heuse vegetarische BBQ.
Dinsdag 14 juni – Marstal
De meiden slapen wederom uit, ik heb al brood gehaald en thee bij de buren gedronken als we weer verhalen naar de jachthaven. De Professor gaat voor anker bij Ærøskøbing, wij vinden een mooi plekje met de neus in de wind aan de kade en gaan op de koffie met stroopwafels bij de Epicourious. We lopen Belinda voorbij en zij herkent ons ‘jullie gaan naar mijn man Richard’ zegt ze lachend in het Nederlands. In de kuip horen we hoe zijn twee sluismomenten van het NOK verliepen, beide niet vlekkenloos. Ruth blijkt Cornelis te kennen en ook zijn moeder Ruth, beide wonend in het grachtenplan in Uitwellingerga. Wat een kleine wereld. Met weer ’n diner uitnodiging op zak gaan wij voor de lunch terug naar de Kraai. Noor zoekt de (gratis) bus tijden op en dan blijkt dat we nog ’n kwartiertje hebben. Bolletjes en koffie in de rugzak en rennend naar de bushalte. We stappen uit in Ærøskøbing en nuttigen daar de koffie en lunch aan de oude haven. We verkennen het stadje en zien in de verte de Professor voor anker liggen. We eten een ijsje op het dorpsplein en lopen nog even door de jachthaven. In Marstal nog snel even langs de winkel waar we goedkoop lang touw hadden zien liggen en wauw laarzen in de aanbieding voor mij. Vanaf nu geen natte voeten meer. Terug bij de boot stopt Erik Pommer met zijn fiets bij ons en vraagt ‘jullie gaan Haparanda varen toch?’ Hij kent ons van Instagram en vertelt ons dat de wekelijkse Folkeboot wedstrijd vanavond om 19u is, would you girls like to join? We kijken elkaar aan, oke leuk gaan we snel koken. Maar we gaan alleen kijken en foto’s maken en dan naar Rudkobing, zeggen we tegen Erik. Met de andere bootjes (niet alleen Folkeboten, maar ook andere zoals o.a. een mariholm) varen we de haven uit. Er ligt een huis startschip, oké laten we gewoon de rode folkeboot van Erik volgen en meedoen. Noor zoekt snel op internet op wat de vlaggen betekenen die het startschip hijst. We weten niks, niet eens welke kant we op moeten en dan ineens valt er ’n schot. Is dat het startsein? Nee de mannenboten dobberen of maken nog ’n slag. Na vier knallen gaat ’t los en wij volgen gewoon over ondiepe Venegrund, maar uiteraard met een schuin oog op de dieptemeter. We varen keurig een driehoek, je ziet de overige boten verbaasd kijken, wie zijn die meiden met de Nederlandse vlag? Bijna verspelen we nog ’n plekje als de veerboot ons nadert, maar als vijfde worden we officieel binnen getoeterd. Onze eerste regatta wordt beloond met bier en de verenigingsvlag in het plaatselijke clubhuis. Trots zijn we op ons team en vinden ’n bijpassend cadeautje uit de doos van Ellen. Voor Harm nog even ’n wandeling langs de Palingaak, helaas niemand aan dek.
Woensdag 15 juni – bewolkt en zon – 3 Bft – Marstal > Fehmarn
Alle drie schoon gedoucht, thermoskannen in de deense keuken kunnen vullen, eten diepbevroren mee in onze koelbox. Klaar voor vertrek. Grootzeil alvast aan de steiger gehesen, kon mooi, neus precies in de wind. Havenhoofd uit, zelfde geultje retour waar de fok scheurde, gaat nu relaxed. We plotten de route naar Fehmarn, juiste plek voor Noor haar OV vertrek per trein. We strooien was as van Erik uit, want Marstal was een plekje om te herinneren. Als we onder het eiland vandaan zijn zegt Neel ‘we hebben onszelf onderschat, lopen gewoon 5 knopen. Helaas, na de lunch wordt de wind steeds minder. We hijsen voor het eerst dit seizoen de groen-witte halfwinder. Maar ook die kunnen we na ‘n uur niet meer volhouden. De brommer wordt gestart , net voor de herrie popt er vlakbij een bruinvis oo. Tot twee keer toe horen we hem/haar ademhalen, mooi moment. De hele dag door weten we ze te spotten, zelfs een groep van 3 of 4 tegelijk, én Noor slaagt erin een vin op de foto te krijgen. We zin ook iets enorms grijs op de horizon opduiken, het blijkt een onderzeeër. Dik drie uur motoren, af en toe rimpels op het water, kijken of er wat gezeild kan worden, maar dat lukt pas weer rond een uur of 18. Net als de halfwinder staat wordt Noor gebeld door Willemijn, wij doen tromgeroffel. En ja hoor. Het verlossende telefoontje, scriptie 7.6! Ze mag haar Hugo blikje opentrekken en zwaait ter viering met de Nederlandse vlag. De confetti van Ellen wordt wel uitgepakt maar niet de natuur ingeschoten, dat bewaart Noor graag voor de boerderij. Prima plan. We koken een bijzonder maal van rode biet, wortel, pastinaak, halloumi, vega worstjes en couscous. Uit eten houd je te goed, meid. Eindelijk komt de brug van Fehmarn dichterbij en we besluiten de haven aan de noordkant in te varen. Neel moet flink bijsturen vanwege de stroming en net na 21u leggen we vast naast twee mooie collega folkebootjes. Een zonsondergangwandeling naar de brug besluit de dag. Morgen wandelend naar Bahnhof Grossenbrode. €20,- voor deze desolate haven, ze durven wel, die Duitsers.
Donderdag 16 juni – 4 à 5 Bft (West) – Fehmarn > Gedser (35nm)
De wekkers zijn gezet, maar we zijn voor die tijd wakker. Noor pakt al haar spullen in. Ontbijtje en dan aan de wandel. 6.1 km naar das Bahnhof. We zijn 45 minuten te vroeg maar er is wifi op dit kleine station. Noor koopt voor €9,- een maandkaart en gaat via Lubeck, Bremen, Leer, Groningen naar Sneek Noord. Daar staat oma! We missen haar gezelligheid en opruimskills nu al. Neel en ik doen boodschappen, kopje koffie bij de bakker en lopen naar de oprit van de weg naar de brug om onze duim op te steken. Bingo. Bij het eerste busje direct een lift te pakken. Vader en zoon vinden het helemaal leuk. Laatste stukje wandelend naar de boot en klaar maken voor vertrek. We denken dat Denemarken ook zo laat op de dag wel haalbaar is met deze wind. Voor de zekerheid trekken we het rif erin, gaat prima met ons nieuwe systeem. We laten Fehmarn achter ons. Die brug die we gisteren zo langzaam op ons af zagen komen is nu supersnel uit beeld. Vanaf de verkenner is het kompaskoers 60 graden. Het rif kan eruit want de reis is wel afgestemd op minimaal 5 knopen. Dat lukt prima. Mooie ruimewindse koers surfen we af en toe van best hoge golven af. We zien geen beesten en maar af en toe een zeilbootje. Bij de kaatste groene boei laten we ons in de aanloop van Gedser zakken. Neel stuurt de Kraai met wat stroming netjes het havenhoofd door. De langsteiger is helemaal bezet dus dan maar box met palen. De wind trekt flink aan, het zal een onrustig nachtje worden. De Duitse gastenvlag wordt weer gewisseld voor Deens. Koken kan bij het toiletgebouw en eten doen we uit de wind bij de picknicktafel. We trekken Ediths laatste rode wijn open en toosten op dat Noor ook vlot klaar is maar haar reis van deze dag.
Vrijdag 17 juni – zonnig – 3 à 4 Bft (West) – Gedser > Klintholm (35nm)
Het gefluit door de masten is bij wakker worden een stuk minder. De wind opnieuw gunstig voor onze oversteek naar Klintholm. Mama vult via de waterkoker alle thermoskannen en we maken nog even dankbaar gebruik van het internet. We willen voor 10u vertrekken, al is het maar omdat je anders nog ‘n nacht moet betalen. Maar dan.. pas kwijt. Gelukkig snel opgelost, Neel had ‘m in de keuken laten liggen. 10u15 gaan we dan echt. In het smalle geultje zijn we blij met ins rif, daarna kan ‘ie er gauw uit. Zo maken we een paar uur mooi mijlen, drinken koffie, eten luxe broodje met hummus, feta en paprika. Als Neel een plas doet overboord ‘om de bruinvissen te lokken’ verschijnt er ook daadwerkelijk eentje. Later zakt de wind verder in en hijsen we de halfwinder. Pas met Klintholm in zicht switchen we weer. De wind trekt aan en waar +- 10 gekleurde zeiltjes om ons heen waarschijnlijk de nacht in gaan, moeten wij opsteken voor de haven. Ondanks dat het lager wal is, is de haven van Klintholm heerlijk rustig. We pogen aan te leggen in een box, maar onze lijnen zijn te kort, er mist hier een paal én we spotten een plekje aan de langsteiger. Daar liggen we liever. Uitzicht op het strand en wederom wifi tot in de kuip. We rekenen er 145 dk voor af bij de automaat aan de andere kant van het haven/vakantiepark. Gelonkt door de goede muziek drinken we een drankje bij ‘Pier to Heaven’. Helaas geen eten op de kaart, dus struinen we met inmiddels flinke trek verder, zijn daar opeens allemaal foodtrucks. Dus eten we heerlijke curry en wel 3 porties zoete aardappel frietjes. Lekker douchen en naar bed. En die witte kliffen dan? Die zijn aan de andere kant. Morgen zien we ze vanaf het water, dan willen we naar Zweden.
Voor snellere updates verwijs ik jullie door naar de Instagram @dezeekraai daar is bijvoorbeeld te zien of Zweden al is gehaald of niet…