Groningen deel II
Maandag 6 juni – 5 bft – regen – Hoge der A > GMC haven
We zijn net ’n eitje aan het bakken als de brugwachter vraagt of we al mee willen. We spreken 10u af en krijgen keurig rood-groen op het afgesproken tijdstip. En dan zitten we weer op de Groningse Groene Golf. De 4de brug brengt ons langs het museum, de 7de is het kleine witte bruggetje dat de Oosterpoortbuurt met het centrum verbindt. Nog 2 bruggen verder nemen we ligging in de Oosterhaven. Daar begint de soap. Morgen om 9u30 staat de 1e opening van de Driebondsbrug gepland. De huidige havenmeester verkondigt dat de Oosterhavenbrug daarom wel even een kwartiertje eerder zal draaien. De brugwachters vertellen dat zij echt niet eerder mogen draaien. Wij kiezen voor zekerheid en verhalen, na de JR tentoonstelling in het museum en de inkopen bij de AH, naar de GMC haven. We hadden gelukkig nog niet betaald. In tegenstelling tot de verhalen is dit een heel gezellige haven waar we met thee en koekjes worden ontvangen. We kwamen dan ook in de verschrikkelijkste bui binnen varen en er komt voorlopig nog geen eind aan. We koken soep en hangen wat in de tent, dan besluiten we te gaan boulderen. Sportkleren én douchespullen mee en op ’n droog moment gauw die kant op. Met spuit in d’r arm kan mama hier blauwe én paarse banen. De terugweg kan lekker in de auto – onze logée Edith taxiet. Beste borrel op ons bootje en met wekker naar bed.
Dinsdag 7 juni – 5 bft – bewolkt – GMC Haven > Delfzijl (14nM)
De lieve havenmeester vult onze thermoskannen, Edith laat haar appeltaart voor ons achter en gaat Harm halen. Wij varen 9u15 richting de Driebondsbrug en mogen langszij de Ropein. Twee uur lang liggen we te wachten en zien zo’n 15 andere zeilboten rondjes varen met zicht op dubbelrood. Zeus vaart langs iedereen en meld de vertraging 2x en zorg voor spannende golven, vooral met de deining tussen onze twee masten en verstaging. Rond half elf komt het groot transport inzicht, een mooi platbodemde wil dan nog bij ons achter aan leggen en vraagt of de Ropein iets naar voren kan. Wij kunnen alleen maar volgen, ik help Joop even met ’t voortouw en zien dan dat ze aan het klooien zijn. Tussen konvooi en wal, nee ze worden daar weggestuurd, pff.
Taxi Edith en Harm houden we via apps op de hoogte, maar om 11u20 krijgen we (nouja eerst de grote jongens) rood-groen en gaan: joehoe we zijn erdoor! Op naar de volgende brug en netjes langs ’n hoge kade pak ik de tassen van Harm aan en is onze Duitse Waddenloods aan boord. Edith kan niet geknuffeld, maar maakt haar team social wel waar. Tot 18 julie lieve vriendin. De zeilen gaan omhoog en we zien iedereen op de motor het groot transport voorbij kachelen. Wij blijven er mooi achter, lopen soms net te hard en draaien dan een rondje. Zo mogen we ook door de bruggen mooi net mee. Bij de brug bij Appingedam roept de brugwachter ons op dat we wel even de brommer moeten starten als we nog mee willen, er staat al een enorme file door ons 🙂 Nou vooruit, het laatste stuk naar Delfzijl doen we relaxed op ons fokje en dan mogen we ook gelijk door de kleine sluis. Daar staat ’n man op de brug naar ons te zwaaien, hij wordt door de brugwachter tot de orde geroepen: graag achter de slagbomen blijven. Het blijkt Rein te zijn, van Haijolien (vrienden van oma) wat leuk! We zijn druk met sluizen, zij leggen alles vast. We gaan ons vaarplan in de haven van Delfzijl doornemen en zien hun daar nog even kort. De wind is nog flink, Harm kan de golfhoogte bij Borkum op een app zien: 1 meter 75… zo hoog als Neel. We besluiten om morgen heel vroeg te gaan. Trijnie en Eric met hun Bastaard motorboot, gaan mee op palaver op de Ropein. Toch toevallig met allemaal buurtjes uit de grachten, een echte grachtenvergadering vindt plaats met BB (voor de nieuwe lezers: Berenburg). En iedereen besluit ‘onze’ tocht te gaan doen. Dus allemaal vroeg te kooi, morgen de zee op!